Een weefgetouw
draad voor weven, in 0,25 mm of 0,30 mm
een naald
Miyuki Délica 11/0 of Rocailles 11/0 kralen
indien nodig een sluiting

“Brickstich” of “Peyote” (waarvoor je geen weefgetouw nodig hebt) worden met de hand gemaakt. De kralen zijn verspringend van de ene rij naar de andere geplaatst, waardoor je gedetailleerdere patronen en vrijere vormen kunt creëren.

Door te weven met een weefgetouw kunnen we weefsels maken waarbij de kralen op elke rij uitgelijnd worden geplaatst. In dit geval kun je strookjes parels maken met de mogelijkheid om een ​​verbreding of vernauwing te creëren om bijvoorbeeld een diamant in het midden van de armband te maken.

Vind deze techniek binnenkort in een andere tutorial.

Kies om te beginnen de draadkleur.

Kies je patroon en maak een raster/diagram dat je bij de montage begeleidt.

Leg een knoop op een van de draaipunten.

Terwijl u de spoel in uw hand houdt, plaatst u de draad tussen de veer en de tegenoverliggende veer.

Wikkel de draad enkele slagen rond de wartel en keer terug naar de eerste wartel.

Zorg ervoor dat u een goede draadspanning behoudt.

Ga zo verder tot je het gewenste aantal rijen hebt.

Om de gewenste breedte en dus het aantal rijen draad te weten:

Ter indicatie: voor een breedte van 1 cm moet je 8 rondjes draad plaatsen en dus 7 kralen in de intervallen.

Maak vervolgens een knoop die terugkeert naar het eerste draaipunt. Bij een oneven aantal kralen eindig je bij de eerste.
Voor een even getal op de tweede.

Knip een nieuwe draad af van ongeveer 1m50 (afhankelijk van de versie)

Indien nodig is het altijd mogelijk om een ​​verbinding te maken die in een kraal past.

Maak een dubbele knoop op de buitenste draad aan de rechterkant.

Plaats vervolgens de naald op de draad.

Afhankelijk van de gebruikte sluiting kun je een draadweefsel creëren door afwisselend onder en boven de draden door te gaan. Maak 3 of 4 rondreizen.

Gebruik deze techniek bij buissluitingen, maar niet voor een nette afwerking (bijv. manchet)

Rijg vervolgens de kralen van de eerste rij volgens het raster.

Leid de kralen onder het weefgetouw en plaats vervolgens met een vinger de kralen tussen de draden en steek de naald terug door de rij kralen.

De draad loopt eerst onder de verticale draden door en vervolgens eroverheen. De kralen glijden daardoor over de draden.

Ga zo verder tot je het gewenste aantal rijen hebt.

Als je een draadverbinding nodig hebt, zorg er dan voor dat de knoop verborgen is in een kraal.

Zodra het weven voltooid is, knipt u de draden af ​​bij de draaipunten.

Wees heel voorzichtig als de kralen over de draden glijden.

Afhankelijk van de gewenste prestatie eindig je vervolgens op verschillende manieren.

Voor een flexibele armband heb je aan het begin en aan het einde het weven van draden gedaan.

Vervolgens maak je knopen met de draden.

De eerste met de tweede, de tweede met de derde... om de parels te blokkeren.

Je kunt een buissluiting gebruiken om de eerste rij parels plus de draden te bevestigen, of een magnetische sluiting...

Voor een nette afwerking of om bijvoorbeeld het weefsel op een structuur te lijmen,
je zult alle draden één voor één in het weefsel moeten invoeren en ze naar achteren naar buiten moeten brengen.

En daar heb je het!